Home / Contact
Agenda / Nieuws

Gelezen en vanuit pastorie Zeezicht

Gelezen. In de Protestantse Kerk gebeurt erg veel met het oog op het publiek. Is er dan geen gemeente die over Jezus wil horen, over een andere wereld, over wat er van jou als gelovige gevraagd wordt en wat jou wordt beloofd? Ik geloof dat die gemeente er is, maar het kerkelijke spreken richt zich, landelijk en plaatselijk, tot het publiek. Met ‘publiek’ bedoel ik kerkleden of bijna kerkleden die zich als toeschouwers verhouden tot het kerkelijke bedrijf. Ze zijn misschien niet afkerig van geloof maar evenmin van 1001 andere dingen. Ze doen mee zolang of zodra er aansprekend jeugdwerk voor de kinderen is of de predikant bevalt. Het kerkelijke leven beoordelen ze alsof ze buitenkerkelijken zijn met toevallig een partijtje aandelen in de BV kerk. Omwille van deze verre vrienden die hun hand al aan de deurklink hebben, maar als het leuk wordt misschien nog een tijdje met hun jas aan blijven luisteren, gedraagt de Protestantse Kerk zich als een populistische partij. Ze verkondigt kleuterboodschappen, biedt brood en spelen en voor de nodige deftigheid maakt ze op gezette tijden een plechtige ommegang met haar in visienota’s beschreven kroonjuwelen.

Maar terwijl de kerk, landelijk en plaatselijk, doet alsof het evangelie een liedje van De Dijk is met wat metafysische extra’s (een liedje van Stef Bos dus eigenlijk), staat de gemeente die een woord wil horen, die aangezegd wil krijgen dat de Here goed is en dat Jezus om ons te redden de dood heeft overwonnen, op een koude kermis. Even onthand staan de voorgangers en theologen die Christus willen preken, die de Schrift willen uitleggen en de mensen willen brengen tot de onbezorgdheid van de wedergeboorte. Het publiek heeft daar namelijk geen behoefte aan. Dat verlangt andere dingen. Dat er meer mensen in de kerk komen, dat de kerk het eens leuk doet op TV of in de Trouw enzovoort. (…)

- Udo Doedens, ‘Alles komt goed?!’, In de Waagschaal 51/3 (5 maart 2022), 26-29: 28-29

Vanuit pastorie Zeezicht. Persoonlijk valt het mij meestal veel zwaarder om met hart en ziel voor de plaatselijke en landelijke kerk te bidden dan om op haar te mopperen. Er is ook zoveel mis!

Er zullen er ook wel heel wat in Katwijk rondlopen met akelige ervaringen in de omgang met de hervormde gemeente. Je komt dat overal wel tegen: in februari 1982 heeft een ambtsdrager iets verkeerds gezegd op huisbezoek, en sindsdien komen we niet meer in de kerk. Of: er is in 2004 zoveel lelijks gebeurd, dat ze mij daar nooit meer zien. De kerkelijke bijdrage hebben we stopgezet en de kerkbode lezen we alleen nog als we bij oma op de koffie komen.

Ik kan het nog wel begrijpen ook, al valt te vrezen dat het niet uit God is en de duivel de lachende derde zal zijn.

Als gemeenteleden kies je elkaar niet uit, je wordt aan elkaar gegeven. Als mensen, en dus in alle menselijkheid die daarbij kijken komt. Alle mensenwerk is stukwerk en er is zegen van Boven voor nodig om dat soort mensenwerk goddelijke glans te geven.

Maar wat denkt u: als we nu eens net zo vurig zouden bidden voor onze kerk (‘Vergeef ons ónze schulden’, niet: ‘vergeef mij míjn schulden’ – gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren) als dat we op haar foeteren zoals alleen een puberend kind op zijn moeder dat kan? Als we haar nu eens van harte zouden proberen lief te hebben óndanks haar vele gebreken?

We zouden er goed mee zijn. Er zou wat goeds vanuit gaan. En God zou ermee aan Zijn eer komen.

Door: dr. G. van Zanden
Matteus 28:5-6

De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: 'Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft.'

©2024 Hervormde Gemeente Katwijk aan Zee

Disclaimer Colofon Privacy & cookies

Webontwikkeling: 2nd Chapter