Vanuit de kerkenraad wijkgemeente Sion

Zoals u wellicht weet, speelt er al langere tijd discussie rondom de procedure voor de verkiezing van ambtsdragers in onze (wijk)gemeente. Ter beantwoording van de vele vragen, geven wij graag wat context bij de huidige gang van zaken.

In het verleden werkte onze gemeente met één gezamenlijke Plaatselijke Regeling (PR) van de Algemene Kerkenraad. In deze PR werd bij de benoeming van ambtsdragers gesproken over “mannelijke leden”. Dit was jarenlang gebruikelijk, maar strookt niet meer met de huidige kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), waarin wordt uitgegaan van “belijdende leden”, ongeacht geslacht. De verkiezingsprocedure was hierdoor in strijd met de kerkorde en bezwaren hieromtrent werden daarom enkele malen gegrond verklaard.

De afgelopen jaren is er veel energie gestoken in het actualiseren van de Plaatselijke Regeling en het opstellen van Plaatselijke Regelingen per wijk. In al deze documenten wordt inmiddels uitgegaan van de term “belijdende leden”, conform de richtlijnen van de PKN. De verkiezingsprocedure is daarmee in lijn met de kerkorde gebracht.
Dit gaf onze kerkenraad het vertrouwen om recent voor de derde keer een aantal gemeenteleden voor te dragen voor het ambt: Sira, Vooijs, Van Rhijn en Heemskerk. Tijdens dit proces is er bovendien regelmatig contact geweest met gemeenteleden, in de hoop dat we deze keer tot een gedeeld vertrouwen in de procedure konden komen.

Toch is er opnieuw bezwaar ingediend, ditmaal met het argument dat in het beleidsplan van de Algemene Kerkenraad een convenant als bijlage is opgenomen, waarin staat dat alleen mannelijke belijdende leden in aanmerking komen voor een ambt. Omdat de wijkgemeente Sion zich volgens het bezwaar (indirect) aan dit beleidsplan zou conformeren, zou de gevolgde verkiezingsprocedure van ambtsdragers daarmee alsnog in strijd zijn met de kerkorde. Recent heeft het CCBG (Classicaal College voor het Beoordelen van Bezwaren en Geschillen) echter uitspraak gedaan in een vergelijkbare zaak. Daarbij oordeelde het CCBG dat de betreffende bijlage bij het beleidsplan niet in strijd is met de kerkorde. De ingediende bezwaren werden toen ongegrond verklaard.

Desondanks heeft dit niet geleid tot het intrekken van het huidige bezwaar en daarom is de kerkenraad verplicht geweest het bezwaar door te sturen naar het Classicale College voor het Beoordelen van Bezwaren en Geschillen (CCBG). Er volgt nu een schriftelijke ronde van hoor en wederhoor.

De genoemde bezwaren hebben in de praktijk echter zeer grote gevolgen. Vanwege het gebrek aan pastorale ouderlingen, kunnen veel gemeenteleden in onze wijk niet bezocht worden, worden activiteiten geschrapt en staan ambtsdragers onder aanzienlijke mentale druk. Door alle juridische perikelen van de afgelopen jaren hebben meerdere ouderlingen helaas besloten hun ambt neer te leggen of zich niet opnieuw te laten bevestigen. Omdat wij in de tussentijd geen nieuwe ambtsdragers konden bevestigen, is de druk op de schouders van de overgebleven ambtsdragers steeds groter geworden.

Wanneer de uitspraak van het CCBG niet vóór de start van het nieuwe kerkelijke seizoen wordt gedaan, zal wijkgemeente Sion aankomend seizoen slechts drie pastorale ouderlingen hebben.
De kerkenraad vindt het noodzakelijk om u als gemeente hierover open te informeren. We vinden het buitengewoon jammer dat we er ondanks inspanning en dialoog niet in geslaagd zijn dit bezwaar te voorkomen.

Tegelijk blijven we hopen en bidden dat we als gemeente uiteindelijk rust en duidelijkheid vinden, zodat we samen — gedragen door het geloof — ons kunnen richten op de opbouw van de gemeente en het dienen van elkaar.
(- moderamen Sion)